Na zo’n 25 jaar onafgebroken in het verzorgingsvak gezeten te hebben, waarvan ongeveer vijftien jaar bij MVV ’27, kondigde Egbert van der Worp enige tijd geleden aan dat het onlangs afgelopen seizoen zijn laatste zou zijn. Niet omdat de 66-jarige sportmasseur het fysiek niet langer aankan, maar omdat hij het belangrijk vindt om zelf zijn afscheidsdatum te kunnen bepalen én om het stokje door te geven aan de volgende generatie. ‘Ik heb een paar jaar geleden al aangegeven dat ik niet heel mijn leven zou blijven. En dat ik het ook wel leuk zou vinden om iemand in te werken die later mijn taken over kan nemen. Ik heb Mark Akkerman gevraagd of het iets voor hem zou zijn en inmiddels heeft hij zijn diploma gehaald. Samen met de fysiotherapeuten Remco en Samantha is er een medische staf waar MVV trots op kan zijn’, aldus de inwoner van Maassluis.

De opvolger van Egbert, Mark Akkerman, aan het werk

Egbert begon zelf 25 jaar geleden als verzorger bij de club waar hij nu afscheid van neemt. Na zijn actieve carrière als speler, waarin hij de laatste jaren in Maasland speelde met illustere MVV’ers als Jos Mosterd, Jan Kapteijn en Leo Jansen, richtte hij zich eerst op het beoefenen van individuele sporten. Het gevoel om deel uit te maken van een team dreef hem uiteindelijk naar de sportmassage. ‘Ik had een kruisbandblessure gehad en wist daardoor wel het een en ander van het menselijk lichaam. Omdat ik toch betrokken wilde blijven bij de sport ben ik de opleiding gaan volgen. Toen ik die afgerond had, kon ik bijna overal naartoe. Volgens mij was het Peter Broekman die me vertelde dat MVV ook iemand zocht. Zo ben ik hier terechtgekomen. In die tijd hadden we spelers als Nico van Berkel, Gert-Jan de Lijster, Edwin Marijs en Paul Louter. Daar zat behoorlijk veel kwaliteit bij’, herinnert Egbert zijn beginjaren bij de club.

Na vijf seizoenen kon hij de lokroep van grote buur Excelsior Maassluis evenwel niet weerstaan. Paul Husslage, waar Egbert later nog mee samenwerkte bij MVV, vroeg of hij interesse had en dat resulteerde uiteindelijk in negen jaren bij Excelsior. ‘Toen ik gevraagd werd, zei ik dat we altijd konden praten. Het is tenslotte toch leuk om ook eens op een hoger niveau te kijken. Cor van Hoeven, die destijds trainer was van MVV, zei dat ik overal heen mocht, behalve naar Excelsior. Uiteindelijk gunde iedereen me die overstap wel. Ik heb daar negen hele leuke jaren gehad, veel gelachen ook, alleen het afscheid was iets minder.’

Na een sabbatical klopte MVV weer aan bij Egbert en ook nu kon hij de verleiding niet weerstaan. Vijftien jaar na zijn eerste schreden als verzorger binnen de club was er vanzelfsprekend het nodige veranderd. ‘Toen ik terugkwam, speelden hier jongens als Arnold Bos, Bob van der Gaag en Martin van Berkel. Een hele andere generatie dan in mijn eerste periode, maar ook dat was leuk. Ze zeggen wel eens dat vroeger alles beter was, maar dat is niet zo. Wel anders. De laatste jaren kwamen er wel eens jongens op de tafel liggen die gelijk hun mobiel pakten. Dan zei ik wel: dat ding er uit of jij er uit. De voorbije seizoenen was het natuurlijk wel vooral jong spul bij de selectie en dat merkte je wel, maar ik heb nooit een generatiekloof gevoeld, omdat ik er toch altijd tussenin stond’, blikt Egbert terug.

Egbert in de rol die hij zo vele jaren bekleed heeft binnen MVV.

Mede doordat zijn functie niet beperkt bleef tot het losgooien van de spieren van de spelers. ‘Ik heb ook altijd de hersteltraining gedaan en dat vond ik ook heel leuk om te doen. Spelers na een zware blessure weer aan het voetballen krijgen, is uiteindelijk toch waar het om draait. Daarnaast fungeer je ook als een soort vertrouwenspersoon voor die gasten. Ze durfden tegen mij dingen te zeggen die ze nooit aan de trainer zouden vertellen, ook omdat ik natuurlijk wat ouder was. Zo had je goed door wat er speelde, soms misschien zelfs meer dan de trainer die toch vaak gefocust was. Bovenal hebben we veel gelachen.’

Egbert benoemt dat laatste als een van de sterke punten van MVV. Presteren staat zeker bij het eerste elftal voorop, maar een goede sfeer is ook heel belangrijk. Niet alleen in de selectie, maar binnen de gehele club. Iemand die vijftien jaar verzorger is bij dezelfde vereniging heeft uiteraard meer meegemaakt dan alleen de doordeweekse trainingen en de wedstrijd op zaterdag. ‘Wat me altijd bijgebleven is, is dat moment aan het einde van het seizoen met Leen Buijnink. Leen vroeg me steeds wat er in mijn koffer zat. Elke keer antwoordde ik dat er duiven inzaten. Bij de laatste wedstrijd had ik werkelijk duiven in mijn koffer zitten en die heb ik toen in het bijzijn van Leen geopend. Toen hebben we ontzettend gelachen. Maar zo zijn er zoveel momenten. Wat dat betreft heerst er gewoon een hele goede sfeer bij MVV. Met de bestuursleden heb ik het ook altijd goed kunnen vinden.’

Egbert tont Leen dat er werkelijk duiven in zijn koffer zitten.

Vanzelfsprekend heeft Egbert ook minder leuke momenten beleefd in al die jaren bij MVV. Op blessuregebied was hij het meest onder de indruk van de kwetsuur van Joost Spruijt. In de persoonlijke sfeer maakte het overlijden van John van der Meij veel indruk op hem. ‘De blessure van Joost, die zijn jukbeen en oogkas verbrijzelde, gebeurde vlak voor onze neus. Wij hadden vrij snel door dat het heel ernstig was, maar hijzelf op dat moment nog niet. Daar wordt je wel even stil van. Bij John ben in drie dagen voor zijn overlijden nog op bezoek geweest. Het is allemaal zo snel gegaan. Wat dat betreft stelt een voetbalblessure niet zoveel voor. Anderzijds heb ik door John wel een van de mooiste dingen gedaan in al die jaren bij MVV. Toen we besloten om te gaan masseren voor ALS verwachtten we dat we misschien tweehonderd euro op zouden halen. Uiteindelijk werd het mede door sponsoren ruim duizend euro. Dat geeft aan wat voor club dit is.’

In de dug-out zien we Egbert volgend seizoen niet meer terug, maar langs de lijn is hij ongetwijfeld nog regelmatig te vinden. ‘Al zal dat wel anders zijn, omdat je dan toch als individu komt. Terwijl je als verzorger opgenomen wordt in de groep. Mijn afscheid is echter definitief. Peter Broekman zei wel tegen me dat ik er nog maar een jaar aan vast moest plakken, maar dan zou het volgend jaar weer hetzelfde liedje geweest zijn. Fysiek kan ik het allemaal nog wel aan, maar er moet een keer een einde aan komen. Ik ben blij dat ik zelf dat moment heb mogen bepalen’, besluit Egbert.